Ik had eigenlijk niet zo'n zin om te scheidsrechteren tussen JW en chathanky, maar jullie praten zó langs elkaar dat het wel moet. Plus, er worden in het voorbijgaan wat absolutismen gebezigd.
JW-NHS schreef:In z'n 6 maakt 'ie dan maar 4760 rpm, dat houdt 'ie dus niet vol in die versnelling omdat dan het koppel aan de wielen te laag wordt.
Zoals ik al eerder heb aangehaald is het irrelevant of je het als krachtenevenwicht beschouwd (met koppel aan de wielen als factor) of als vermogensbalans; elementaire fysica. Je kunt prima zeggen dat hij geen 4760 in VI loopt omdat bij dat toerental/snelheid er geen vermogen
over is om te versnellen.
Kracht is de afgeleide van de energie (arbeid) naar de afstand (I),
terwijl vermogen de afgeleide is van energie naar de tijd (II).
Omdat op het punt waar de auto niet harder gaat per definitie de versnelling (de 2e afgeleide van de afstand naar de tijd) nul is, geldt dat zowel I als II tot een juiste oplossing leiden van het vraagstuk.
Versnellen kun je zien als kracht uitoefenen op een massa (koppel op de wielen levert de kracht, luchtweerstand etc. werkt tegen). Maar tijdens het versnellen geldt ook nog altijd dat er kinetische energie aan het voertuig wordt toegevoegd en dat kun je beschouwen via een vermogensbalans. F=m*a is niet alleen de eerste afgeleide van impuls naar de tijd, maar ook de eerste afgeleide van de kinetische energie naar de tijd (alles bij gelijkblijvende massa).
De morderne versie van Newtons 2e wet is als behoud van impuls (eerste afgeleide van impuls naar de tijd is nul), gelukkig wel anders was het onmogelijk geweest om systemen waarvan de massa niet gelijk blijft, zoals raketten, door te rekenen.
De reden dat ik persoonlijk liever naar vermogen kijk voor een auto, is omdat kracht (luchtweerstand) kwadratisch gaat met de snelheid, maar vermogen met de derde macht.
Beschouw je het evenwicht dus in vermogen dat is de curve steiler en simpeler af te lezen. Bovendien is in het bijzondere geval van een turbomotor met geregelde overdruk goed te zien dat de vermogenscurve heel vlak is rond het topvermogen. Dat feit alleen zorgt ervoor dat de auto ongeveer zijn top kan halen ongeacht de exacte eindoverbrenging/bakverhoudingen/afrol.
Beschouwd als krachtenevenwicht moet je plotseling al die factoren dubbel mee gaan nemen. Als je niet weet wat de eindoverbrenging is, maar je hebt er vertrouwen in dat een fabriekant de juiste bakverhoudingen heeft gekozen, dan kun je aan het vermogen prima zien hoe hard een auto kan (zowel acceleratie als topsnelheid), zolang als je de luchtweerstand en massa weet.
Vanuit vermogen kun je ook veel sneller naar verbruik en andere zaken, via het krachtenevenwicht niet.
Bij de DW10BTED met ML6C bak ligt dat gecompliceerder.
De fabrieksopgave is een top van 205 km/u. In z'n vijf draait hij dan 4460 rpm, in z'n zes zijn dat er 3637. Het maximale
vermogen van 138 PK wordt volgens de gegevens in de DataBase geleverd bij 4000 rpm.
Hier zal het er dus van afhangen hoe snel die vermogens curve in elkaar duikt boven die 4000 rpm of de echte top in z'n 5 dan
wel z'n 6 gehaald wordt.
Vermoedelijk zal het elkaar niet veel ontlopen, en dan rijdt het wel zo prettig in z'n 6

Maar om die top snel te halen moet je dan wel lang doortrekken in z'n 5 en pas heel laat overschakelen naar z'n 6.
Dat dacht ik ook maar dat hoeft dus waarschijlijk niet, desalniettemin ben je altijd sneller door langer door te trekken in een versnelling, maar de winst is gering. Ik heb het zelf even in een grafiel gezet, het snijpunt van de rode lijn met de blauwe is de top in V (bvm6) de gele is bvm6 in VI. Groen is BVM5 in top. Blauw is het benodigde vermogen afgezet tegen de snelheid. Met andere bakverhoudingen verschuiven de curves naar links of naar rechts.