Voor de sleurhuttentrekkers obver speigels:
http://www.caravanhandboek.nl/en dan linkerkolom zoeken op spiegels:
Spiegels
Caravanspiegels, volgens de wet hulpspiegels genaamd, zijn vereist als het gezichtsveld van de binnenspiegel en de linker buitenspiegel is belemmerd. Er zijn dan zowel links als rechts spiegels nodig. Ze worden met het nodige kunst- en vliegwerk op de auto bevestigd en moeten het zicht mogelijk maken op een bepaald gebied links en rechts van de caravan.
Voor de wettelijke eisen zie Caravan en de wet
Om het vereiste zicht te krijgen moet de maat tussen de spiegels even breed zijn als de caravan. Ofwel, achter de caravan daarlangs kijkend, moet de hele spiegel uitsteken. Sommige caravans of vouwwagens zijn niet breder dan de auto; extra spiegels zijn dan niet verplicht.
Tip: Een foefje om vast te stellen wanneer men hulpspiegels nodig heeft : Open beide voorportierramen. Meet nu door de geopende ramen de afstand tussen de binnenzijden van de buitenspiegels van de auto. Is deze afstand KLEINER dan de breedte van de aanhangwagen of de lading, dan heeft U hulpspiegels nodig.
De breedte van het gezichtsveld volgt uit de grootte en bolheid van de caravanspiegel, of uit de combinatie van de autospiegel en de caravanspiegel. Met alleen een vlakke spiegel kom je tekort. Sommigen menen dat daarom een bolle spiegel nodig is.
De wettelijke eisen aan spiegels zijn:
ze moeten verstelbaar zijn (de linker autospiegel vanaf de bestuurdersstoel)
ze mogen niet gemakkelijk uit de ingestelde stand kunnen raken
ze mogen niet verder uitsteken dan nodig is om het vereiste gezichtsveld te halen.
Zonder caravan moet de spiegel er dus af.
Merkwaardig is dat er geen eisen zijn aan het verkleinende effect van bolle spiegels.
Soorten spiegels
Uit het grote aantal soorten en merken dat er na alle jaren caravannen nog steeds bestaat valt af te leiden dat niet één bepaalde soort het beste is. De juiste keuze zal daarom voorlopig nog wel een compromis zijn. De keuzes die er zijn, worden voor een groot deel bepaald door de vormgeving en kwaliteiten van de auto en de lenigheid en luiheid van diens bestuurder. Immers, soms zit de raamstijl in de weg, soms sluit de motorkap net weer anders of moet men te ver opzij kijken. Het is altijd wat.
Daar komt bij dat er grote onduidelijkheid heerst over vlak en/of bol.
Behalve de wettelijke eisen moet een spiegel uit oogpunt van bruikbaarheid dus ook zijn:
duidelijk in weergave van het gespiegelde
trillingvrij
goed zichtbaar voor het overige verkeer
gemakkelijk op te zetten en af te nemen
gemakkelijk af te stellen
de ingestelde stand behouden
afgenomen klein van formaat
roestvast
Spatbordspiegels zijn de oudst voorkomende soort. Ze worden meestal met een soort driepootje bevestigd in de naad van de motorkap en met één pootje klemmend onder de wielkast. De spiegel zit met een kogelgewricht op een vierde steuntje. Er is een kleine kans op lakschade bij de bevestigingspunten. Dé remedie: stukjes fietsbinnenband. De vorm (bijbuigen!) en de spanning op het onderste pootje vraagt de eerste keer wat zorg, evenals de stijfheid waarmee de gewrichten zijn aangedraaid. De 'handige' knoppen zijn daartoe volstrekt onvoldoende. De kijkhoek waarbinnen beide spiegels te zien zijn is relatief klein; het werkt dus overzichtelijk en snel. Nogal eens zit echter de raamstijl in de weg; zo niet dan is plaatsing voor het oog vlak boven de autospiegel het mooist. Het grootste nadeel is dat men er zo moeilijk bij kan om af te stellen. Hulp van een medepassagier is haast onontbeerlijk. En dan nog is het te hopen dat ze na enkele kilometers niethet moede hoofd laten hangen. Door de 'voelspriet'-functie weet men tijdig of men ergens ook met de caravan door kan. Maar de keerzijde is dat tegenliggers soms wat makkelijk denken in die nauwe passage nog wel voor u langs te kunnen. De spiegel zelf wordt tegenwoordig meer en meer van kunststof gemaakt, wat hem zowel slapper maakt als gevoeliger voor trillingen. Echt lekker vast draaien is er niet meer bij, daar kan hij niet tegen. Maar dat geldt voor alle nieuwe spiegels. Misschien op de rommelmarkt nog een betere?
Deurspiegels zijn van latere datum. Bedacht om verlost te zijn van het moeilijke stellen. Ze zitten daarom vlak naast de gewone autospiegel en zijn vanuit het raampje te verstellen. Zoals de naam al zegt, worden ze bevestigd aan de deur. En daar zit meteen het zwakke punt. Want ze hangen op de rubber strip waar het raam langs schuift, wat zowel het rubbertje op de proef stelt als gemakkelijk krassen op de ruit geeft. Meestal zitten ze gespannen met een band naar de onderkant van de deur, wat weer niet bevorderlijk is voor de lak, ook al omdat zand daartussen later keurig laat zien waar het geschuurd heeft. Het trillen is naar men zegt minder dan bij spatbordspiegels. Maar daar zijn ook hulpmiddelen voor: magneten en zuignappen, al dan niet met scheerlijnen of stokken eraan. De kijkhoek is groter dan van de normale autospiegels omdat ze verder uitsteken. Wat meer werk dus voor de nekspieren.
Opzetspiegels lijken de grote doorbraak te geven in het comfort. Klein, gemakkelijk op de bestaande spiegels te schuiven en rijden maar! Even een boodschap doen en veilig de spiegels eraf. Wat wil men nog meer? Door de korte afstand tot het oog is er een vrij groot blikveld, dat door de vaak te bolle spiegel echter in een nadeel verandert.
Het assortiment in bevestigingsmethoden is groot, maar het systeem kent een beperking: de veerkracht van de omklapspiegel. Vooral omdat de opzetspiegel nog een flink eind buiten de autospiegel moet uitsteken (aan de rechter kant zelfs veel meer door de schuinere stand van het autospiegelhuis) is de kracht gauw te veel voor de veer. En naarmate de tendens doorzet van nog bredere caravans moeten de spiegels ook weer verder uitsteken. Mogelijk neemt de populariteit daardoor af. Door die onzekere veerkracht, maar ook door de soms moeilijke bevestiging op een gestroomlijnde spiegel is een proefrit een absolute noodzaak. Hulpmiddeltjes zoals touwtjes met zuignapjes blijven dan ook maar lapwerk. Niettemin zijn er toch velen die het geluk hebben dat zo'n ding wil blijven zitten.
Een nieuwe loot aan de opzetspiegelstam is de 'plakspiegel'. Deze wordt met behulp van een zuignap 'geplakt' op de spiegel van de trekauto. Een nadeel van dit systeem is dat de autospiegel grotendeels onbruikbaar wordt. Een voordeel is dat hij altijd toepasbaar is, onder de voorwaarde dat de constructie van de autospiegel tegen het 'plakken' bestand is.
Vlak of bol, that is the question, schreef Shakespeare al. En dat geldt voor alle typen spiegels. Want vooral de laatste jaren wordt onder invloed van de nieuwe, wettelijke eisen met vereiste gezichtsvelden stevig gediscussieerd over de noodzaak of wenselijkheid van het één of juist het ander.
Vroeger waren alle spiegels vlak. En velen zweren daar nog bij, de onscherpte door trillingen voor lief nemend. De vernieuwde eisen voor de gezichtshoek noodzaakten echter tot bezinning: grotere spiegels of dichterbij zetten? Ofwel overstappen van een spatbordspiegel naar een deur- of opzetspiegel? Of bol? Hét pluspunt voor bol is dat het tamelijk ongevoelig is voor trillingen. Waardoor het beeld scherper is. Maar je kunt dat ook overdrijven. Als het beeld zoveel verkleind wordt dat er op enige afstand niets meer te zien is tot het bijna te laat is, schiet dat niet echt op. Gelukkig is het niet zwart-wit.
We zijn gewend aan een vlakke binnenspiegel in combinatie met een bolle buitenspiegel. Die laatste hoeft ons niet meer te melden dan dat de auto die ons in kwam halen, naast ons zit. Met de caravan er achter moet de hulpspiegel de functie van de binnenspiegel overnemen.
Maar een vlakke spatbordspiegel blijkt nét te klein. Een tikkeltje bol of iets groter zou al goed zijn. Waar op 10 m achter de spiegel 2,50 m breedte te zien zou moeten zijn, is er 1.80 m. Een standaard bolle spiegel op dezelfde plaats geeft bijna 5 m zicht. Met als gevolg dat opkomend verkeer vrijwel de helft te klein wordt weergegeven.
En aan de rechter kant: waar op 20 m 4 m breedte moet zijn, is er 9 m! En als we kijken hoe groot bijv. een achter ons op 60 meter afstand geparkeerde auto is, dan blijkt die op 50 cm van het oog in de binnenspiegel 17 mm te zijn, even groot als een rechtstreeks zicht .
De linker autospiegel maakt 10 mm van die auto en een vlakke spatbordspiegel 13 mm, terwijl de bolle spatbordspiegel hem verkleint tot 5 mm. Drie keer te klein dus. Gewoon gevaarlijk.
De hulpspiegelfabrikanten blijken zich er gemakkelijk vanaf te maken. Geen spiegelkrommingen die juist genoeg zicht geven om aan de wet te voldoen, maar goedkoop wat op de plank ligt. Het zou tijd worden voor een verandering van het begrip bol naar 'verkleiningsfactor' op de dozen van hulpspiegels.
Over bol of vlak kan dus genuanceerd worden gedacht. Of is in combinatie mogelijk.
De keuze is dus een kunst. De één hecht meer waarde aan snelheid bij montage en heeft aan een half oog op het verkeer genoeg, de ander wil graag wat degelijkheid en niet al te flitsend nekgedrag. Het belangrijkste is dan om zeker te weten of u alles op de weg voldoende kunt zien. Een voldoende grote linkerspiegel, niet te ver van oog en hand, en niet al te bol, zal in combinatie met de autospiegel goed voldoen. Aangenomen dat hij mechanisch goed zit. De rechterspiegel kan een bolle spatbordspiegel zijn. U kunt er toch niet bij en behalve dat de arm van een opzetspiegel onevenredig lang is en moeilijk stabiel te krijgen, zou u steeds het hoofd flink moeten draaien.
Het afstellen van de linker spiegel geeft het beste zicht als de horizon in het midden ligt en de rechter kant nog juist een randje van de caravan laat zien. Ter controle: u kunt net niet de zijkant zien. De rechter spiegel kan met zicht op een stukje caravan en het wiel er voor zorgen dat u feilloos langs wegbermen rijdt, zoals u dat met alleen de auto nooit zou durven.
Het mechanisch voldoende stevig bevestigen is vaak een probleem. Behalve dat spiegels fragiele dingen zijn, zijn auto's er niet op gemaakt om iets aan vast te maken.
Enkele algemene tips zijn dan:
Zorg dat alle bevestigingspunten rammelvrij passen en draai de bouten met een sleutel stevig aan
Als het plaatwerk van het spatbord (het voorscherm) te slap is wil het wel eens helpen dit aan de binnenzijde te
verstijven met een stukje strip of pijp, bevestigd met een kunsthars glasmatje.
Tot slot een advies: neem een reservespiegel mee. Net als een lekke band kan het u overkomen dat iemand er een aframt.