6. In- en uitschakelen van ASR en ESP

Het ASR en ESP kunnen met behulp van een schakelaar worden uitgeschakeld.


OPMERKING : Als de schakelaar wordt bediend terwijl het ASR of ESP in werking is, zal de regeling eerst worden afgerond voordat de systemen worden uitgeschakeld.

Als het ASR en ESP worden uitgeschakeld gaat een controlelampje branden, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctioneel scherm.

Het ASR wordt niet geheel uitgeschakeld, het doorslippen van een enkel wiel wordt wel gecorrigeerd . Het gedeeltelijk uitschakelen van de ASR kan worden gebruikt bij het wegrijden op sneeuw of op een ondergrond met weinig grip.

Het ASR en ESP worden automatisch weer ingeschakeld door het nogmaals indrukken van de schakelaar en bij het opnieuw aanzetten van het contact.


7. Onderlinge prioriteit van functies


7.1. Prioriteit ASR/ESP

De ASR heeft voorrang op het ESP.


7.2. Prioriteit ABS/ESP

Het ESP heeft voorrang op het ABS.


7.3. Ingrijpen ESP en ASR op het motorkoppel

Het motorkoppel wordt zo snel mogelijk verminderd.


7.4. Ingrijpen ESP en MSR op het motorkoppel

Als het nodig is dat het MSR ingrijpt terwijl het ESP in werking is, zorgt het MSR voor een verhoging van het motortoerental.