Vanaf 1 mei 2009 mogen de lichtarmaturen van uw auto alleen het type lamp hebben waarvoor ze zijn goedgekeurd.

Artikel 5.2.51
Personenauto’s moeten zijn voorzien van:
a. twee grote lichten;
b. twee dimlichten, met dien verstande dat indien het voertuig is voorzien van dimlichten met gasontladingslichtbronnen en in gebruik is genomen na 31 december 2006, deze lichtbronnen moeten voldoen aan de daaromtrent in bijlage VIII, artikelen 115 tot en met 118, gestelde eisen, alsmede voor de installatie daarvan;
c. twee stadslichten;
d. twee richtingaanwijzers aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, dan wel één richtingaanwijzer aan elke zijkant indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen; het licht van de richtingaanwijzers van personenauto’s die na 30 juni 1967 in gebruik zijn genomen moet knipperen;
e. waarschuwingsknipperlichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen;
f. één zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen. Richtingaanwijzers aan de voorzijde van het voertuig worden beschouwd als zijrichtingaanwijzers indien het uitgestraalde licht hiervan duidelijk te zien is vanuit een punt gelegen op 6,00 m achter de voorzijde van het voertuig en 1,00 m zijwaarts;
g. twee achterlichten;
h. twee remlichten indien het voertuig na 30 juni 1967 in gebruik is genomen, dan wel één of twee remlichten indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen;
i. een achterkentekenplaatverlichting;
j. twee rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig;
k. één mistachterlicht indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen; dit mistachterlicht moet zich bevinden in of links van het middenlangsvlak van het voertuig;
l. één achteruitrijlicht indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen;
m. twee markeringslichten aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en breder is dan 2,10 m, dan wel voor 1 januari 1998 in gebruik is genomen en breder is dan 2,60 m;
n. zijmarkeringslichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en langer is dan 6,00 m. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 119 tot en met 122, van toepassing;
o. ambergele retroreflectoren aan elke zijkant van het voertuig, indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en langer is dan
6,00 m, de achterste retroreflector aan de zijkant mag rood zijn. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 119 tot en met 122, van toepassing;
p. een derde remlicht indien het voertuig in gebruik is genomen na 30 september 2001., aangebracht zodanig dat:
1º. het midden van het lichtdoorlatende gedeelte zich bevindt in het middenlangsvlak van het voertuig of de rand van het lichtdoorlatende gedeelte op een afstand van ten hoogste 0,15 m vanaf dit middenlangsvlak indien het derde remlicht niet op een vast deel van de carrosserie of bovenbouw kan worden bevestigd, en
2º. de onderzijde van het lichtdoorlatende gedeelte hoger ligt dan de bovenzijde van de remlichten, bedoeld in onderdeel h.

Ik heb al eens eerder problemen gehad met een agent die in zo'n geval van twijfel het anders zag als ik en het mij een dag kostte om bij de kantonrechter mijn gelijk te bewijzen.

Daarom liever een uitspraak van de RDW, die stop ik bij mijn papieren zodat ik de zaak onderweg duidelijk kan maken aan de wetshandhaver.

Geachte heer Van Deventer,
In reactie op uw e-mail, bericht ik u het volgende.
Ik heb uw e-mail voor verdere beantwoording doorgestuurd naar onze technische afdeling. De afhandelingstermijn is 10 werkdagen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,
Medewerker Klantenservice RDW

Het meest irritant zijn SUV's die hun lichtbundel zo ongeveer horizontaal hebben afgesteld.

Geachte heer Van Deventer,

In reactie op uw e-mail, bericht ik u het volgende.

De in de koplampen gemonteerde typelampen moeten overeenkomen met de code die op de lampunit staat.
Ongeacht het bouwjaar.
De ingangsdatum van deze regelgeving is 1 mei 2009.
Dus het monteren van xenon lampen en halogeen verlichting mag alleen als de unit daar ook geschikt voor is.
Voertuigen in gebruik genomen na 31 12 2006 moeten naast deze eis ook zijn van koplampreinigingsinstallaties en indien noodzakelijk hoogteregeling wanneer Xenon verlichting is gemonteerd.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Medewerker Klantenservice RDW

Geachte heer Van der Struijk,

In reactie op uw e-mail, bericht ik u het volgende.
U heeft vragen over eisen van koplampreinigingsinstallatie en niveauregeling bij gasontladinglampen.
Alleen lichtbronnen, in auto's welke na 31 december 2006 in gebruik zijn genomen, moeten voldoen aan de daaromtrent in aanvullende permanente eisen artikelen 115 tot en met 118 van de APK.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,

Medewerker Klantenservice RDW